Monday, January 19, 2015

Het hoogste gedachtegoed.


De ontwikkeling van de Westerse geest wordt gekenmerkt door een collectieve opkomst van het zelfbewuste ego uit een onbewuste harmonie met de natuur. Een afscheiding met een obsessieve drang voor zelfbevestigende macht dat typisch mannelijk is.

Vanuit de patriarchale religies en rationalistische filosofieën van de Hebreeuws-Griekse traditie tot en met de objectieve wetenschappen van de moderne tijd  - het Westen heeft gestreefd naar atomistische samenlevingen van autonome, existentieel vrij individuen.

Die ontwikkeling echter, kon alleen maar voortkomen bovenop een onderdrukking van het vrouwelijke, een progressieve ontkenning van de anima mundi, van de gemeenschapszin, "van het mysterie en de diepzinnigheid, van de verbeeldingskracht, de emotie, het instinct, het lichaam, de natuur, vrouw.

Het gaat hier niet om dat de Westerse geschiedenis een hoofdstuk is van een chauvinistisch imperialisme, maar eerder dat het een vooraf bepaald stadium is van ontwikkeling. De drijvende veer achter het Westerse mannelijke bewustzijn is zijn dialectische zoektocht om niet alleen zichzelf te realiseren - zijn eigen autonomie te bewerkstelligen, maar ook om uiteindelijk de herverbinding aan te gaan met het geheel," zich te onderscheiden van het vrouwelijke en haar vervolgens te herontdekken op een hoger niveau van bewustzijn.

 
De balans tussen zelfbevestiging en
zelfontstijging definieert de huidige volwassenwording
         van de gehele mensheid, een culturele transformatie
 waarvan het hoogste gedachtegoed de ruimtevarende visie is. 

Hoewel sommigen onze afscheiding van de Aarde als symbolisch zien van deze groeiende isolatie {de laatste grote Faustiaanse onderneming} zien anderen weer een collectieve bewustwording met het beeld van een levende Aarde, de verenigende cirkel van de wereldmythologie, het paradijs herovert van de inflatie waaraan het verloren was gegaan. Het beeld van onze fragiele, eenzame wereld die opsteeg boven de dode maan zorgde voor een herbalans van de ruimte naar de Aarde, het zelfbewustzijn dat ontstaat wanneer we realiseren dat onze ouders een keer zullen sterven.

 Toen de astronauten op de maan stonden kwamen ze erachter dat het enigste betekenisvolle object de Aarde was. Die blauwe-witte bal in de zwarte hemel, waarin alles zit wat we kennen. De astronauten konden met hun duim de hele aarde bedekken. En zo voelden zij zich tegelijkertijd heel eenzaam en ook diep verbonden, want ze zagen geen nationale grenzen, alleen maar de eeuwenoude zeeën en de wolkendekken.
 

De astronauten hadden een spiegel aan de mensheid gegeven. De opkomst van de milieubeweging in de beginjaren zeventig reflecteerde een nieuwe verlangen naar de planeet, een ironisch resultaat van het verlangen om van haar te ontsnappen.

Vanuit zulke culturele omslagpunten ontstaan de nieuwe mythologiën, de nieuwe tijdgeest. Men ontwaakt vanuit een droom en brengt daarbij verse symbolen mee vanuit het onderbewustzijn, de profeet wandelt de woestijn in om terug te keren met het woord van God, en de astronaut land op de maan en keert terug met het beeld van een nieuwe Aarde. En zo gaven we haar een naam; Gaia.

De tocht in de woestijn van het vacuüm was het einde van de mannelijke volwassenwording. Het vijf-eeuwen lange tijdperk van de ontdekkingsreizen kun je vergelijken met de groei van het individuele ego-bewustzijn, de afscheiding van de astronaut van de aarde is zijn laatste onderneming. We zien de Aarde nu niet meer als een verlenging van de mens, maar de mens als een verlenging van de Aarde.

De levende Aarde, die als een bloempje boven de horizon van de dode maan opkomt, werd een symbool voor niet alleen de verbondenheid van al het leven, maar ook voor de herbetovering van de wereld, voor nieuwe mythologieën die wetenschap en mysticisme combineren in een verlangen naar een planetair bewustzijn. De mensen die droomden van ruimtevaart zochten eigenlijk niets minder dan de wedergeboorte van de verwondering, de herbetovering en de vereniging van mensheid

Maar het verhaal stopt nooit. Ons verlangen gaat door. En de belofte van de ruimtevaart gaat niet alleen maar over de aflossing van de Aarde. Misschien is de evolutie wel een steeds smaller wordende spiraal, die elke keer een paradoxale balans van polen zoekt waarvan de herbalans in het midden de nieuwe visie is. Het verlangen dat ons op de maan bracht zocht een nieuwe herbalans tussen ons innerlijke en de naar buiten gerichte krachten, en verenigde de vrouwelijke mysteries van aarde en ziel met de mannelijke zoektocht voor de hemel en geest. Men moet zowel de compassie hebben om de Aarde te verzorgen als de moed om naar Mars te gaan. In dit tijdperk staan we als versteend tussen twee ongrijpbare mysteries. De oneindige ziel of de oneindige ruimte. In deze eeuw zullen we beide uitdagingen aangaan.

No comments:

Post a Comment